Bosch viert 40 jaar ABS
ABS is de norm in de automobielindustrie
De allereerste ABS-systemen werden al in de jaren 1920 toegepast in de luchtvaart. Het doel was om het vliegtuig tijdens het remmen bij de landing beter te controleren en te vermijden dat het toestel uit balans raakte of de vleugels de grond raakten. Bosch diende reeds in 1936 een patent in voor ‘een mechanisme dat de vergrendeling van de wielen van een gemotoriseerd voertuig verhindert’. ABS voor gemotoriseerde voertuigen zag pas in de jaren 1970 het licht. ABS werd voor de eerste keer door Bosch getest op de bevroren meren van Arjeplog in Zweden. Hiermee vestigde Bosch zijn naam als pionier op het gebied van actieve veiligheid. Het systeem laat toe om in een noodsituatie de wielen te deblokkeren door de remdruk op de wielen te verlagen. Dat voorkomt doorslippen waardoor de bestuurder mogelijke obstakels kan vermijden en veilig kan stoppen. Bij voertuigen zonder ABS blokkeren de wielen bij een noodstop en glijden de banden over de weg. Hierdoor kan de bestuurder moeilijk de controle over het voertuig houden, vooral wanneer de weg glad is. ABS is sinds 2004 verplicht op alle nieuwe voertuigen in de Europese Unie en heeft op die manier een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de verkeersveiligheid. ABS bestaat uit verschillende elementen: een sensor op elk wiel van het voertuig, een computer en een hydraulisch rembesturingssysteem. De computer analyseert de informatie over de snelheid van de wielen, verzonden door de sensoren. Als de computer een blokkering van het wiel detecteert, vermindert de druk op het wiel zodat dit weer begint te draaien. Zodra het wiel weer grip krijgt, verhoogt het systeem de remdruk opnieuw. ABS voert deze drukvariaties enkele tientallen keren per seconde uit. De bestuurder voelt dan trillingen in het rempedaal.
