Bouwsector moet LGBT-vriendelijker worden

Confederatie Bouw steunt campagne die instroom moet verhogen

Hoewel cijfers ontbreken over het aantal holebi’s en transgenders in de bouw, is het fair te stellen dat het aantal eerder laag ligt. Dat heeft voor een groot stuk te maken met het stoere en macho imago van de bouw. LGBT’ers mijden daardoor de sector en kiezen voor sectoren met een zachter imago, zoals de zorg, de uitzendsector of de horeca.
“Onze sector laat op die manier heel wat potentieel onbenut”, geeft Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, aan. De sectororganisatie ondersteunt dan ook ten volle de campagne die Joris Van Damme, werkzaam als uitzendconsulent voor de bouw, voert in het licht van zijn deelname aan Mr Gay Belgium. “De bouw is nog steeds een echte mannenwereld. Nochtans ben ik ervan overtuigd dat de bouw wel degelijk een sector kan zijn voor mensen met een andere seksuele geaardheid”, zegt Van Damme. “Als ik de bouwbedrijven meekrijg, ben ik er zeker van dat dit ook in hun belang is.”
Volgens de Confederatie Bouw heeft de beperkte instroom van holebi’s in de bouw zeker te maken met het imago van de sector. Maar de bouw staat voor iedereen open en binnen de sector komt discriminatie zo goed als helemaal niet voor. Seksuele geaardheid, leeftijd, afkomst en nationaliteit ... hebben geen invloed bij de aanwerving. Ook neemt het aantal vrouwen in de bouw gestaag toe, vooral in bediende- en technische profielen: in 2017 was 36% van alle bedienden in de sector een vrouw, in 2012 bedroeg dat aantal 34%.