Hoe isoleer je een plat dak?
Bij een warm plat dak komt de isolatie op de structuur terecht, bovenop een (meestal houten) dakvloer, bij een koude plat dak komt de isolatie eronder. Daarnaast heb je ook een omkeerdak, waarbij de isolatie op een bestaande dakbedekking terechtkomt.
Een warm plat dak
Een warm dak bestaat van binnen naar buiten achtereenvolgend uit de plafondafwerking, de dakvloer, een dampscherm dat ervoor zorgt dat vochtige lucht niet condenseert, de isolatie en de dakafdichting (meestal EPDM of bitumen).
De dakconstructie
De dakconstructie van een plat dak is meestal een houten roostering, met daarom een dakbeschot of "dakvloer". Aan de randen is er meestal een opkant of opstaande dakrand die het dakpakket omsluit.
De dakvloer: houten platen
Voor de dakvloer - waarop de isolatie, dampscherm en dakdichting worden aangebracht - wordt er meestal een beroep gedaan op OSB-platen of multiplex panelen. OSB is vandaag de standaard omdat het maatvast, sterk en relatief goedkoop is.
Bij grotere gebouwen of moderne nieuwbouw kunnen platte daken ook worden uitgevoerd in (prefab) betonnen welfsels, steeldeck-profielen of CLT-panelen (grote panelen van kruislings verlijmd massief hout die wanden, vloeren en daken vormen).
De materiaalkeuze hangt af van overspanning, budget en brand-/geluidsvereisten. Een houten opbouw met OSB blijft echter veruit het meest gebruikt voor klassieke woningen omdat ze snel te plaatsen is, licht van gewicht en goed combineerbaar met hedendaagse isolatiesystemen.
De dakrand
Die dakrand wordt meestal gevormd door een houten regel of multiplexstrook tegen de buitenmuur of tegen een opstand, en dient om isolatie en dakdichting, samen met de afwerking netjes in één pakket te omvatten. De hoogte is niet volledig gestandaardiseerd maar volgt uit de benodigde opbouw: doorgaans heb je 12 tot 22 cm isolatie nodig (afhankelijk van het materiaal waarmee wordt gewerkt). Als je daar de dakdichtingslaag (0,5 tot 1 cm) en het dampscherm (0,2 tot 1 cm) bijtelt, dan kom je tot een dakrandhoogte die tussen de 12 en 25 cm valt.
Technisch wordt vaak gestreefd naar minstens 10 à 15 cm boven de afgewerkte dakdichting om spatwater en terugslag te vermijden. Bij grindballast of groendaken kan de dakrand hoger uitgevoerd worden (20 tot 30 cm of meer).
Waar zit de isolatie?
Wanneer een plat dak wordt geïsoleerd, wordt er op de houten dakvloer en tegen de opstaande rand eerst een dampscherm of (in het geval van een dampopen constructie) damprem aangebracht. Die dampdichte of dampremmende laag moet volledig luchtdicht zijn. Bij koude temperaturen of wanneer het dak voorzien is van een chape, zal je eerst een primer moeten aanbrengen om een goede hechting te verzekeren.
Op het dampscherm wordt de isolatielaag vervolgens aangebracht. Meestal wordt er hier gewerkt met isolatieplaten die makkelijke op het dampscherm kunnen worden verlijmd. Op de isolatie komt vervolgens de dakdichtingslaag te liggen.
Doordat de isolatie zich tussen de dakvloer en de dakbedekking bevindt, bescherm je de dakvloer tegen temperatuurschommelingen. Het dampscherm boven de dakvloer voorkomt condensatieproblemen. De positie van de isolatie tussen de dakvloer en -bedekking zorgt er ook voor dat de dakconstructie minder snel zal krimpen en uitzetten.
Een koud plat dak
Bij een koud plat dak ligt de isolatie niet bovenop de draagconstructie of dakvloer, maar onder of tussen de draagstructuur, of zelfs direct onder de dakbedekking. Het gevolg is dat de dakvloer of draagconstructie zelf aan de koude kant van de isolatie blijft.
Waar zit de isolatie?
Een typische opbouw (van boven naar binnen) is:
- dakbedekking;
- dakbeschot;
- luchtspouw om vocht dat in of achter de dakvloer terechtkomt te laten ventileren en uitdrogen;
- isolatielaag;
- dampremmende laag of dampscherm (aan de warme zijde);
- binnenafwerking (plafond).
Omdat de draagconstructie buiten de isolatieschil valt, blijft die blootgesteld aan buitentemperaturen en wisselingen.
Wanneer wordt het toegepast?
Meestal afgeraden
Een koud plat dak heeft verschillende technische nadelen die maken dat het in de meeste gevallen niet de voorkeur krijgt. Omdat de isolatie aan de binnenzijde zit, blijft de draagconstructie zelf blootgesteld aan sterke temperatuurschommelingen: ze warmt in de zomer snel op en koelt in de winter sterk af, wat krimp- en uitzettingsverschijnselen veroorzaakt en op termijn kan leiden tot scheuren of verzwakking van het hout.
Daarnaast ontstaat er een groter risico op condensatieproblemen. Wanneer warme, vochtige binnenlucht via kleine luchtlekken of beschadigingen in het dampscherm tot in de constructie of isolatie dringt, kan die daar condenseren, met mogelijke houtrot, schimmelvorming en structurele schade als gevolg.
Een bijkomend probleem is dat platte daken doorgaans moeilijk te ventileren zijn. Waar hellende daken een continue luchtstroom kunnen krijgen via nok- en voetventilatie, zit bij platte daken de luchtspouw vaak opgesloten, waardoor vocht minder makkelijk kan ontsnappen.
Wanneer kan het wel?
Toch kan een koud plat dak in specifieke situaties een verantwoorde of zelfs de enige haalbare oplossing zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een bestaand plat dak in goede staat verkeert en men liever niet ingrijpt in de dakbedekking, bijvoorbeeld door van budgettaire beperkingen of omdat een opbouw langs buiten constructief of technisch te complex wordt.
Ook wanneer er boven de draagconstructie te weinig ruimte is om isolatie aan de buitenzijde te plaatsen, of de dakvloer moeilijk bereikbaar is, kan het isoleren langs binnen de meest praktische keuze zijn. In dergelijke gevallen is het wel essentieel dat het dampscherm volledig luchtdicht wordt geplaatst en dat er voldoende aandacht gaat naar ventilatie of een gecontroleerde luchtspouw, zodat vocht niet opgesloten raakt.
Als die details zorgvuldig worden uitgewerkt, kan een koud dak een beter alternatief zijn dan helemaal geen isolatie, al blijft het een “second-choice” oplossing die alleen wordt aanbevolen wanneer een warm dak niet mogelijk of niet haalbaar is.
Renovatie: naar een warm dak of omkeerdak?
Wil je een warm dak, maar is de bestaande dakbedekking nog in uitstekende staat? Dan kan je meteen daarop een isolatielaag aanbrengen, en dan daarom een nieuwe afdichting. De oude dakdichtingslaag van waarop je verderwerkt dient dan als dampscherm en waterdichte laag.
Omkeerdak
Voor daktuinen of intensief belopen daken wordt ook vaak het "omkeerdak"-principe toegepast. Bij een omkeerdak komt de isolatie bovenop de bestaande dakafdichting te liggen. Daarboven wordt een ballastlaag (grind, tegels of stabilisatielaag) geplaatst om de isolatie te beschermen tegen UV en mechanische belasting. De bestaande dakafdichting fungeert hier ook waterdichte laag én als dampscherm.
Wel is het belangrijk dat de dakstructuur voldoende sterk is om de ballast en eventuele tegels te dragen. Daarnaast moet je er rekening mee houden dat je iets dikker moet isoleren dan bij een warm dak, omdat isolatie boven de waterdichte laag minder thermisch efficiënt is.
De isolatielaag zelf: met welke materialen?
Hardschuimplaten
Om een plat dak warm te isoleren wordt er voornamelijk gewerkt met hardschuimplaten zoals PIR- en PUR-platen, omdat ze een hoge isolatiewaarde combineren met drukvastheid. XPS-platen worden in principe niet gebruikt in traditionele warme daken, maar wél bij omkeerdaken en soms bij groendaken, omdat XPS niet gevoelig is voor vocht en bedoeld is om boven de waterdichting en onder ballast te liggen. In een warm dak, dus onder de dakdichting, is XPS minder geschikt omwille van thermische uitzetting bij hoge temperaturen.
Isolatieplaten voor platte daken hebben vaak een tand- en groefsysteem om koudebruggen te beperken en een stabiel, vlak oppervlak te vormen. Ze zijn meestal voorzien van een cachering die de isolatiewaarde licht verbetert en de plaat beschermt.
Wanneer er wordt gewerkt met kunststof platen wordt purschuim vaak aanvullend gebruikt ter afwerking voor de gaatjes die de platen op zichzelf niet kunnen opvullen.
Minerale wol
Als je koud isoleert, vormen minerale woldekens eveneens een goede optie, omdat het goed tussen balken kan worden geplaatst en dampopen is.
Bio-ecologische materialen
Ingeblazen cellulosevlokken zijn een goede optie wanneer een plat dak langs binnen wordt geïsoleerd. Houtvezel-, kurk- of hennepplaten kunnen in sommige gevallen eveneens worden gebruikt, vooral in koude dakconstructies; voor warme platte daken zijn enkel de drukvaste varianten geschikt die specifiek getest zijn voor platte-dakopbouw.
Tip
Bij platte daken is een correcte dampremming nog belangrijker dan bij hellende daken, omdat de dakafdichting bovenaan vrijwel altijd dampdicht is (zoals EPDM of bitumen) en uitdamping naar buiten dus niet mogelijk is. Daardoor moet aan de warme zijde bijna altijd een dampdicht of sterk dampremmend dampscherm worden geplaatst. Een volledig dampopen dakopbouw zonder dampscherm, zoals soms kan bij hellende daken, is bij platte daken slechts in uitzonderlijke, bouwfysisch berekende systemen haalbaar.





